ALEXANDER HAWKINS MIRROR CANON - BREAK A VASE

Artiest info
Website
facebook - bandcamp
Label : Intakt

Na zijn album Togetherness Music brengt de Britse pianist en componist Alexander Hawkins (1981) een album uit met een compleet ander muzikaal panorama. Een ensemble waarin zijn trio met bassist Neil Charles en drummer Stephen Davis, saxofonist en klarinettist Shabaka Hutchings, gitarist Otto Fischer en drummer Richard Olátúndé Baker ontmoeten. Voor iedereen die Hawkins’ werk heeft gevolgd sinds zijn verschijnen in de Britse scene van de geïmproviseerde jazz is dit een nieuwe band met bevriende muzikanten met wie Hawkins in allerlei formaties heeft gespeeld. De titel van dit album “Break a Vase” komt uit de speech die schrijver/dichter Derek Walcott (1930-2017) hield toen hij de Nobel Prijs voor literatuur won in 1992. “Break a vase, and the love that reassebles the fragments is stronger than that love which took its symmetry for granted when it was whole. Enjoy then all these wily bits and pieces that come together in the kind of daring, courageous construction that is made to last”.

Het album begint met “The perfect sound would like to be unique” een fraaie titel met welluidend spel van Hawkins die hier solo te horen is. In “Stamped down, or shovelled” is het hele gezelschap aanwezig met Hutchings op tenorsax, het is een uptempo nummer met veel percussie geweld van Davis en Olátúndé Baker op Adamo (talking drum). Veel titels hebben een literaire oorsprong “Sun rugged billions” is de titel van een gedicht van Emily Dickenson, met dit nummer belanden we in de free jazz sfeer met Hutchings op fluit en vervreemdende klanken die Hawkins uit zijn piano tovert, er ontstaat zodoende wel een speciale sfeer door deze klanken. In “General souls” is het hele gezelschap in crescendo te horen, tegen een achtergrond van veel percussie soleren Hutchings op tenorsax en Fischer op el.gitaar. “Faint making stones” ontleent zijn naam aan een gedicht van Robert Creeley, het is een rustig nummer min of meer in de aloude jazztraditie met fraai spel van Hutchings op de tenor en een indrukwekkende Hawkins op de toetsen, prachtige muziek. Het titelnummer, (waar het vandaan komt, beschreef ik al) is een weliswaar korte maar uiterst sfeervolle solo van Hawkins.

“Chaplin in slow motion” stamt uit het oeuvre van Eduardo Galeano, een Uruguayaans schrijver, hier is Hawkins te horen met zijn trio. Het is een uitermate sfeervol nummer waarin de ideeënrijkdom van Hawkins dit nummer naar grote hoogten tilt en bewijst dat hij inmiddels absoluut is doorgedrongen tot de wereldtop. “Domingada open air” verwijst naar Antonio Gramsci (1891-1937) Italiaanse schrijver, politicus en mede oprichter van de Partito Communista Italiano. Hutchings is hier te horen op sopraansax, het is een vrije compositie zonder bepalende melodie maar wel intrigerend, het verband met Gramsci hoor ik niet. Dat zou eerder het geval zijn met “Stride Rhyme Gospel” dat nogal strijdvaardig overkomt met donkere piano akkoorden en een onafgebroken solo van Hutchings op de achtergrond, een letterlijk overdonderend muziekstuk, Hutchings gaat hier “Ayleriaans” tekeer, dat hoor ik graag. Het album sluit af met “Even the birds stop to listen” Hawkins is hier te horen op piano en vleugel maar ook met sampler oftewel eerder opgenomen geluiden. Wederom een geslaagd album van Alexander Hawkins, niet in het minst door zijn medespelers en in het bijzonder Shabaka Hutchings.

Jan van leersum.